Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want gij weet, dat hij ook daarna, de zegening willende beerven, [46]verworpen werd; want hij vond geen plaats [47]des berouws, hoewel hij [48]dezelve met tranen zocht. 46. Of verstoten; namelijk van zijn vader Izak, ten aanzien van zijn eersten en geestelijken zegen, dien Jakob had genomen. 47. Namelijk bij zijn vader Izak, alzo dat Izak berouw zou gehad hebben over het zegenen van Jakob. Want dit berouw was het dat Ezau met tranen zocht, gelijk Gen.27:36, enz. te zie is. 48. Namelijk zegening; of hetzelve, namelijk berouw van zijn vader. Want dat Ezau geen berouw van zijn eigen misdaad heeft gezocht, blijkt daaruit, dat hij terstond daarna Jakob naar zijn leven heeft gestaan.